welke regels gelden er eigenlijk

Gokken in horecagelegenheden – welke regels gelden er eigenlijk?

Speelautomaten behoren al tientallen jaren tot de basisuitrusting van veel Nederlandse cafés, cafés en bars. Soms knipperen ze stil in een hoekje, soms trekken ze de aandacht van hele stamtafels. Maar wat vroeger een min of meer onschuldige extra attractie leek, staat tegenwoordig steeds meer onder scherp toezicht.

Wie in een horecagelegenheid met het idee speelt om een gokautomaat te plaatsen, komt al snel terecht in een web van voorschriften, keuringsprocedures en gemeentelijke bijzondere regelingen. Het lijkt dan misschien eenvoudiger om gewoon je smartphone te pakken en een rondje te spelen in betFIRST Casino, wat overal mogelijk is.

Veel dingen zijn namelijk alleen onder duidelijke voorwaarden toegestaan en wat op het eerste gezicht een korte administratieve handeling lijkt, blijkt bij nader inzien een streng gereguleerde evenwichtsoefening te zijn tussen handelsrecht, spelersbescherming en economisch eigenbelang.

Waar moet je op letten voor automaten in horecagelegenheden?

In Nederlandse horecagelegenheden is het gebruik van gokautomaten alleen toegestaan als er twee officiële vergunningen zijn. Zonder deze dubbele administratieve zegen blijft het apparaat uit, zelfs als het knippert, piept en klaar staat.

De eerste voorwaarde is een zogenaamde Aanwezigheidsvergunning, een vergunning van de gemeente dat de automaat überhaupt in het café mag staan. Deze vergunning heeft uitsluitend betrekking op het concrete adres en staat maximaal twee automaten per bedrijf toe. Daarnaast is een Exploitatievergunning nodig, die niet door de burgemeester wordt afgegeven, maar door de Kansspelautoriteit (KSA). Deze vergunning is gericht aan het bedrijf dat de apparaten exploiteert, niet aan de locatie.

De aanvraag leidt tot een Bibob-onderzoek, waarbij de betrouwbaarheid van de exploitant onder de loep wordt genomen. Het gaat daarbij onder meer om financiële integriteit, eventuele strafblad of banden met dubieuze netwerken. In sommige gemeenten, zoals Hilversum, kost een dergelijke vergunning ongeveer 90 euro per jaar. Dat klinkt overzichtelijk, maar de vergunning moet opnieuw worden aangevraagd zodra de eigenaar of de locatie verandert. Automatische overdracht op de opvolger is niet voorzien.

Gokken of toch gewoon behendigheid? Waar loopt de grens?

Niet elk knipperend apparaat met een muntgleuf valt automatisch onder de kansspelwet. Het is van belang of het spel volledig op toeval is gebaseerd of dat de vaardigheid van de speler daadwerkelijk van invloed is. Kansspelautomaten zijn volledig gebaseerd op toeval. Hier is geen sprake van vingervlugheid, maar uitsluitend van geluk. Daartegenover staan zogenaamde behendigheidsautomaten, waarbij reactievermogen, concentratie of coördinatie mede bepalend zijn voor het resultaat. Flipperkasten of airhockey zijn typische voorbeelden van deze categorie.

Het wordt altijd lastig wanneer een apparaat doet alsof het beïnvloedbaar is, terwijl uiteindelijk het toeval de doorslag geeft. In dergelijke gevallen gelden strengere regels, ook al lijkt het spel op het eerste gezicht vrij onschuldig.

Niet elk bedrijf komt in aanmerking – waar het echt om gaat bij de locatie

De Nederlandse wetgeving maakt een duidelijk onderscheid tussen verschillende soorten horecagelegenheden. Een bedrijf met een hoge drempel – dat wil zeggen een bedrijf dat zich richt op volwassenen en alcohol schenkt – kan in principe een vergunning aanvragen. Dit zijn typisch bars, cafés of restaurants zonder speeltuin, kinderhoek of gezinsgerichtheid.

Laagdrempelige bedrijven zoals snackbars, verenigingskantines of cafés met een gemengd publiek zijn daarentegen in principe uitgesloten. Ook als een horecagelegenheid beide aspecten combineert, bijvoorbeeld een restaurant met een aangrenzende snackbar, is dat niet voldoende. In dergelijke gevallen moeten de ruimtes strikt van elkaar gescheiden zijn, zowel bouwkundig als functioneel. Het loutere bestaan van een drankvergunning is dus niet voldoende. Het totaalbeeld is doorslaggevend – en dat wordt in geval van twijfel beoordeeld door de gemeente.

Meerderjarig of weg – hoe de bescherming van minderjarigen moet worden geïmplementeerd

In Nederland is de wettelijke minimumleeftijd voor kansspelen 18 jaar en zou deze binnenkort zelfs kunnen worden verhoogd naar 21 jaar. Dat betekent dat minderjarigen niet mogen gokken en zelfs niet in dezelfde ruimte mogen zijn waar een gokautomaat staat. Een briefje aan de muur is daarvoor niet voldoende.

Wie zo’n apparaat neerzet, moet ervoor zorgen dat niemand onder de leeftijdsgrens in de buurt ervan kan komen. Dat kan bijvoorbeeld door het apparaat op een goed zichtbare plaats te zetten, het af te schermen of door direct toezicht door het personeel.

Technische toegangsbeperkingen zijn niet verplicht. Toch ligt de verantwoordelijkheid volledig bij de exploitant. Als een minderjarige speelt of zelfs alleen maar kijkt, staan er zware straffen, boetes of zelfs het verlies van de vergunning op het spel.

Techniek met voorschriften – wat automaten moeten kunnen

Speelautomaten zijn niet alleen kleurrijk en luidruchtig, maar ook streng gereguleerd. Een centraal criterium is het uitbetalingspercentage. Dit moet minimaal 60 procent bedragen, gemeten over 100.000 spelrondes. Bovendien mag een spelronde niet sneller dan vier seconden duren. Dit voorkomt ongecontroleerd snel spelen, waarbij in korte tijd grote bedragen verloren kunnen gaan.

Alleen apparaten die zijn gecertificeerd door erkende keuringsinstanties – doorgaans door het Nederlands Meetinstituut (NMi) – zijn toegestaan. Het keurmerk moet duidelijk zichtbaar op het apparaat zijn aangebracht, evenals een uniek serienummer. Alle onderhoudsverplichtingen liggen bij de exploitant. Bij technische storingen of manipulaties moet de horecaondernemer actie ondernemen en het apparaat onmiddellijk buiten gebruik stellen totdat het probleem is verholpen.

Verantwoordelijkheid kent geen kleine lettertjes – bescherming van spelers is een plicht

Elke automaat in een horecagelegenheid moet voorzien zijn van duidelijk zichtbare waarschuwingen. Deze omvatten leeftijdsbeperkingen, informatie over het risico van gokverslaving en de vermelding dat het spelverloop niet kan worden beïnvloed. Daarnaast is het raadzaam om informatiemateriaal beschikbaar te stellen dat verwijst naar hulpaanbiedingen en adviescentra. Getraind personeel herkent opvallend gedrag sneller en kan gericht ingrijpen, bijvoorbeeld door een gesprek aan te gaan of een spelpauze in te lassen. Horecagelegenheden zijn weliswaar niet verplicht om deel te nemen aan het centrale blokkeringssysteem CRUKS, zoals dat bijvoorbeeld voor speelhallen geldt. Dit ontslaat de exploitant echter niet van de plicht om preventief op te treden en problematisch gedrag niet te tolereren.

Gokken in een café – een evenwichtsoefening met vaste regels

Wie speelautomaten in een horecagelegenheid wil plaatsen, krijgt niet alleen te maken met techniek en vergunningen, maar ook met morele verantwoordelijkheid. Het gebruik van dergelijke apparaten is in Nederland legaal, maar onder strikte voorwaarden die niet ter discussie staan.

Het gaat niet alleen om het juiste stopcontact of het juiste formulier, maar ook om de bescherming van mensen tegen financiële en sociale problemen. Gokken in cafés, kroegen of restaurants is daarom een gevoelig onderwerp dat veel verder gaat dan wat op het eerste gezicht lijkt op een spelletje.

Reacties

Nog geen reacties. Waarom begin je de discussie niet?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *